ARTIKEL 24

Getoonde of voorgespeelde kaart tijdens het bieden


Home Artikelengroep 24--40

Opmerking 1 algemeen

Als de wedstrijdleider vaststelt dat tijdens het bieden, als gevolg van een fout van de speler zelf, de beeldzijde van een of meer kaarten van diens hand gezien kon worden door zijn partner, moet de wedstrijdleider voorschrijven dat elke zodanige kaart tot het einde van het bieden met de beeldzijde naar boven op tafel blijft liggen. Informatie die voortkomt uit zulke openliggende kaarten, is geoorloofd voor de niet-overtredende partij maar ongeoorloofd voor de overtredende partij (zie artikel 16C).

  1. Lage kaart niet voortijdig voorgespeeld
  2. Als het één kaart betreft, lager dan een honneur, en niet voortijdig voorgespeeld, is er geen verdere rechtzetting (maar zie E hieronder).

  3. Een honneur of een voortijdig voorgespeelde kaart
  4. Als het één honneur betreft of als het een willekeurige kaart betreft die voortijdig is voorgespeeld, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 72C ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).

  5. Twee of meer kaarten worden getoond
  6. Als twee of meer kaarten zoals in dit artikel beschreven, zijn getoond, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 72C ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).

  7. Partij van de leider
  8. Als de overtreder leider of blinde wordt, worden de kaarten opgepakt en weer toegevoegd aan de hand.

  9. Tegenspelers
  10. Als op het einde van de bieding de overtreder tegenspeler wordt, wordt elke dergelijke kaart een strafkaart (zie de artikel 50 en artikel 51).


.