Artikel 50
Behandeling van een strafkaart
Een voortijdig door een tegenspeler getoonde maar niet voorgespeelde (zie artikel 57) kaart is een strafkaart, tenzij de wedstrijdleider anders beslist (zie artikel 49. artikel 72C kan van toepassing zijn).
- Strafkaart blijft openliggen
Een strafkaart moet met de beeldzijde naar boven, vlak voor de bezitter, op tafel blijven liggen tot een rechtzetting is gekozen.
- Grote of kleine strafkaart
Eén kaart, lager dan een honneur en onopzettelijk getoond (zoals bij het spelen van twee kaarten in een slag of bij het per ongeluk laten vallen van een kaart), wordt een kleine strafkaart. Elke honneur en elke kaart die getoond is door een doelbewust spelen (bijvoorbeeld bij uitkomen uit de verkeerde hand of bij verzaken en daarna herstellen), wordt een grote strafkaart; als een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft, worden alle zodanige kaarten grote strafkaarten.
- Behandeling van kleine strafkaart
Wanneer een tegenspeler een kleine strafkaart heeft, mag hij geen andere kaart van dezelfde kleur lager dan een honneur spelen, voordat hij de strafkaart heeft gespeeld. Hij heeft wel het recht om in plaats daarvan een honneur te spelen. De partner van de overtreder is niet onderworpen aan voorspeelbeperkingen, maar zie E hieronder.
- Behandeling van grote strafkaart
Wanneer een tegenspeler een grote strafkaart heeft, kunnen zowel de overtreder als zijn partner onderworpen zijn aan beperkingen: de overtreder wanneer het zijn beurt is om te spelen, zijn partner telkens als het zijn beurt is om voor te spelen.
-
- Met uitzondering van de bepaling in (b) hieronder moet een grote strafkaart worden gespeeld zodra dit reglementair mogelijk is, door hetzij voor te spelen, kleur te bekennen, af te gooien bij niet bekennen of te troeven. Als een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft die reglementair gespeeld kunnen worden, bepaalt de leider welke moet worden gespeeld.
- De verplichting om te bekennen of te voldoen aan een beperking bij het voorspelen of spelen gaat boven de verplichting een grote strafkaart te spelen maar de strafkaart moet wel open op tafel blijven liggen en worden gespeeld zodra dit reglementair mogelijk is.
- Wanneer een tegenspeler aan de beurt is om voor te spelen terwijl zijn partner een grote strafkaart heeft, mag hij niet voorspelen voordat de leider kenbaar heeft gemaakt welke van de mogelijkheden, hieronder genoemd, hij heeft gekozen (als de tegenspeler voortijdig voorspeelt, is hij onderworpen aan de beperkingen genoemd in artikel 49). De leider kan uit de volgende mogelijkheden kiezen:
- van de tegenspeler eisen (Noot: Zie artikel 59,als de speler niet kan voorspelen zoals voorgeschreven.) in de kleur van de strafkaart voor te spelen, of hem verbieden Noot: (Zie artikel 59,als de speler niet kan voorspelen zoals voorgeschreven.) in die kleur voor te spelen zolang hij aan slag blijft (zie artikel 51 voor twee of meer strafkaarten); als de leider kiest voor een van deze twee mogelijkheden, is de strafkaart geen strafkaart meer en wordt ze opgenomen.
- ervan afzien een bepaald voorspelen te eisen of te verbieden; in dat geval mag de tegenspeler elke willekeurige kaart spelen en de strafkaart blijft als strafkaart op tafel liggen (Noot: Als de partner van de tegenspeler met de strafkaart aan slag blijft en de strafkaart nog niet is gespeeld, zijn de bepalingen van artikel 50D2 opnieuw van toepassing voor de volgende slag.). Als de leider voor deze mogelijkheid kiest, blijft artikel 50D van toepassing zolang de strafkaart blijft liggen.
- Informatie voortkomend uit een strafkaart
- Informatie die voortkomt uit een strafkaart en de vereisten voor het spelen van die strafkaart zijn geoorloofd voor alle spelers zolang de strafkaart op tafel ligt.
- Informatie die voortkomt uit een strafkaart die opnieuw is toegevoegd aan de hand [zoals voorzien in artikel 50D2(a)], is ongeoorloofd voor de partner van de speler die de strafkaart had (zie artikel 16C), maar geoorloofd voor de leider.
- Zodra een strafkaart is gespeeld, is informatie die voortkomt uit de omstandigheden waarin de strafkaart tot stand kwam, ongeoorloofd voor de partner van de speler die de strafkaart had. (Voor een strafkaart die nog niet gespeeld werd, zie E1 hierboven.)
- Als de wedstrijdleider na het toepassen van E1 op het einde van het spel van oordeel is dat het resultaat van het bord zeer wel anders had kunnen zijn zonder de informatie verkregen door de zichtbare kaart, en daardoor de niet-overtredende partij benadeeld is (zie artikel 12B1), moet hij een arbitrale score toekennen. Voor zijn rechtzetting moet de wedstrijdleider trachten zo goed mogelijk te bepalen wat het waarschijnlijke resultaat op het bord geweest zou zijn zonder de invloed van de strafkaart(en).
Artikel 47E
E.
Wijziging van het spelen op basis van verkeerde informatie
- Wie voor de beurt heeft voorgespeeld (of een kaart gespeeld), neemt de gespeelde kaart zonder verdere rechtzetting terug als hij van een tegenstander de onjuiste informatie had gekregen dat het zijn beurt was om voor te spelen of te spelen (zie artikel 16C). In deze situatie mag de voorgespeelde of gespeelde kaart niet door de LT worden geaccepteerd en artikel artikel 63A1 is niet van toepassing.
-
- Een speler mag de kaart die hij gespeeld heeft als gevolg van een verkeerde uitleg van een bied- of speelwijze en voordat die verbeterd werd, zonder verdere rechtzetting terugnemen maar alleen als er in die slag geen volgende kaart is gespeeld (zie artikel 16C). Een uitkomst mag niet meer teruggenomen worden nadat de blinde een kaart met de beeldzijde naar boven op tafel heeft gelegd.
- Wanneer het te laat is voor herstel volgens (a), kan de wedstrijdleider een arbitrale score toekennen.
Artikel 68
Opeisen en afstaan van slagen
Een uitlating of handeling wordt volgens de spelregels slechts als opeisen of afstaan van slagen beschouwd als ze betrekking heeft op slagen na de lopende slag. Als de uitlating of handeling alleen betrekking heeft op het wel of niet maken van de onvoltooide lopende slag, gaat het spelen normaal verder. Kaarten die door een tegenspeler getoond of genoemd zijn, worden geen strafkaarten maar de artikel 16 en artikel 57A kunnen van toepassing zijn.
- Omschrijving van opeisen van slagen (claim)
Elke verklaring van de leider of een tegenspeler dat een partij een bepaald aantal slagen zal maken, geldt als opeisen van die slagen. Dit is ook het geval als een speler voorstelt het spelen te bekorten of als hij zijn kaarten laat zien (tenzij hij duidelijk niet van plan was slagen op te eisen, bijvoorbeeld als de leider zijn kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel legt na een uitkomst voor de beurt, is niet dit artikel maar artikel 54 van toepassing).
- Omschrijving van afstaan van slagen
- Elke verklaring van de leider of een tegenspeler dat een partij een bepaald aantal slagen zal verliezen, geldt als het afstaan van die slagen; het opeisen van een bepaald aantal slagen impliceert het afstaan van de eventuele overige slagen. Een speler staat alle overige slagen af als hij zich gewonnen geeft.
- Als een tegenspeler een of meer slagen wil afstaan en zijn partner maakt daartegen onmiddellijk bezwaar, dan zijn, ongeacht B1 hierboven, geen slagen afgestaan of opgeéist. Er kan ongeoorloofde informatie zijn, dus behoort de wedstrijdleider onmiddellijk te worden ontboden. Het spelen gaat verder. Geen enkele kaart die door een tegenspeler in deze situatie getoond werd, is een strafkaart maar artikel 16C is van toepassing op de informatie die voortkomt uit het zichtbaar zijn van de kaart; deze informatie mag niet gebruikt worden door de partner van de tegenspeler die kaarten getoond heeft.
- Toelichting vereist
Het opeisen behoort onmiddellijk vergezeld te gaan van een duidelijke toelichting aangaande de speelwijze of de verdediging waarmee de eiser meent de opgeéiste slagen te maken, met inbegrip van de volgorde waarin de kaarten gespeeld zullen worden. De speler die slagen opeist of afstaat, legt zijn hand open.
- Het spelen wordt gestaakt
- Als men instemt met het opeisen of afstaan, is artikel 69 van toepassing.
- Als dit door een speler, met inbegrip van de blinde, wordt betwist:
- mag de wedstrijdleider onmiddellijk ontboden worden en is artikel 70 van toepassing. Er mag geen enkele handeling plaatsvinden totdat de wedstrijdleider aanwezig is; of
- mag het spelen verdergaan op verzoek van de partij die geen slagen opeist of afstaat met inachtneming van het volgende:
- alle vier de spelers moeten akkoord gaan; zo niet, dan moet de wedstrijdleider ontboden worden, die dan handelt als bepaald in (a) hierboven,
- het eerdere opeisen of afstaan vervalt en het is niet onderhevig aan een arbitrage. De artikelen 16 en 50 zijn niet van toepassing en de vervolgens behaalde score blijft staan.
Artikel 68B2
B2. Omschrijving van afstaan van slagen
Als een tegenspeler een of meer slagen wil afstaan en zijn partner maakt daartegen onmiddellijk bezwaar, dan zijn, ongeacht B1 hierboven, geen slagen afgestaan of opgeéist. Er kan ongeoorloofde informatie zijn, dus behoort de wedstrijdleider onmiddellijk te worden ontboden. Het spelen gaat verder. Geen enkele kaart die door een tegenspeler in deze situatie getoond werd, is een strafkaart maar artikel 16C is van toepassing op de informatie die voortkomt uit het zichtbaar zijn van de kaart; deze informatie mag niet gebruikt worden door de partner van de tegenspeler die kaarten getoond heeft.