Artikel 24
Getoonde of voorgespeelde kaart tijdens het bieden
Als de wedstrijdleider vaststelt dat tijdens het bieden, als gevolg van een fout van de speler zelf, de beeldzijde van een of meer kaarten van diens hand gezien kon worden door zijn partner, moet de wedstrijdleider voorschrijven dat elke zodanige kaart tot het einde van het bieden met de beeldzijde naar boven op tafel blijft liggen. Informatie die voortkomt uit zulke openliggende kaarten, is geoorloofd voor de niet-overtredende partij maar ongeoorloofd voor de overtredende partij (zie artikel 16C).
- Lage kaart niet voortijdig voorgespeeld
Als het één kaart betreft, lager dan een honneur, en niet voortijdig voorgespeeld, is er geen verdere rechtzetting (maar zie E hieronder).
- Een honneur of een voortijdig voorgespeelde kaart
Als het één honneur betreft of als het een willekeurige kaart betreft die voortijdig is voorgespeeld, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 72C ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).
- Twee of meer kaarten worden getoond
Als twee of meer kaarten zoals in dit artikel beschreven, zijn getoond, moet de partner van de overtreder passen wanneer het de eerstvolgende maal zijn beurt is om te bieden (zie artikel 72C ingeval een pas de niet-overtredende partij benadeelt).
- Partij van de leider
Als de overtreder leider of blinde wordt, worden de kaarten opgepakt en weer toegevoegd aan de hand.
- Tegenspelers
Als op het einde van de bieding de overtreder tegenspeler wordt, wordt elke dergelijke kaart een strafkaart (zie de artikel 50 en artikel 50).
Artikel 50D
D.
Behandeling van grote strafkaart
Wanneer een tegenspeler een grote strafkaart heeft, kunnen zowel de overtreder als zijn partner onderworpen zijn aan beperkingen: de overtreder wanneer het zijn beurt is om te spelen, zijn partner telkens als het zijn beurt is om voor te spelen.
-
- Met uitzondering van de bepaling in (b) hieronder moet een grote strafkaart worden gespeeld zodra dit reglementair mogelijk is, door hetzij voor te spelen, kleur te bekennen, af te gooien bij niet bekennen of te troeven. Als een tegenspeler twee of meer strafkaarten heeft die reglementair gespeeld kunnen worden, bepaalt de leider welke moet worden gespeeld.
- De verplichting om te bekennen of te voldoen aan een beperking bij het voorspelen of spelen gaat boven de verplichting een grote strafkaart te spelen maar de strafkaart moet wel open op tafel blijven liggen en worden gespeeld zodra dit reglementair mogelijk is.
- Wanneer een tegenspeler aan de beurt is om voor te spelen terwijl zijn partner een grote strafkaart heeft, mag hij niet voorspelen voordat de leider kenbaar heeft gemaakt welke van de mogelijkheden, hieronder genoemd, hij heeft gekozen (als de tegenspeler voortijdig voorspeelt, is hij onderworpen aan de beperkingen genoemd in artikel 49). De leider kan uit de volgende mogelijkheden kiezen:
- van de tegenspeler eisen (Noot: Zie artikel 59,als de speler niet kan voorspelen zoals voorgeschreven.) in de kleur van de strafkaart voor te spelen, of hem verbieden Noot: (Zie artikel 59,als de speler niet kan voorspelen zoals voorgeschreven.) in die kleur voor te spelen zolang hij aan slag blijft (zie artikel 51 voor twee of meer strafkaarten); als de leider kiest voor een van deze twee mogelijkheden, is de strafkaart geen strafkaart meer en wordt ze opgenomen.
- ervan afzien een bepaald voorspelen te eisen of te verbieden; in dat geval mag de tegenspeler elke willekeurige kaart spelen en de strafkaart blijft als strafkaart op tafel liggen (Noot: Als de partner van de tegenspeler met de strafkaart aan slag blijft en de strafkaart nog niet is gespeeld, zijn de bepalingen van artikel 50D2 opnieuw van toepassing voor de volgende slag.). Als de leider voor deze mogelijkheid kiest, blijft artikel 50D van toepassing zolang de strafkaart blijft liggen.
* Deze opmerking is geschreven op persoonlijke titel en valt onder verantwoording van Peter.
De eerste alinea wekt de indruk dat dit volledige artikel 54 alleen geldt voor één bepaalde onregelmatigheid namelijk: de open uitkomst uit de verkeerde hand én de gesloten uitkomst van de speler die had moeten uitkomen.
Die conclusie is onjuist: de voorwaarden A t/m E gelden voor meerdere open uitkomsten voor de beurt (uit de verkeerde hand).
Voorbeelden: Uitkomst voor de beurt met beeldzijde boven, reacties partner
- zijn partner verricht geen handeling.
- zijn partner komt niet gelijktijdig/gelijktijdig gesloten uit. Deze kaart gaat terug in de hand.
- zijn partner komt niet gelijktijdig maar even later met de beeldzijde naar boven uit. Deze kaart wordt grote strafkaart.
IN de de situatie waarbij zijn partner gelijktijdig uitkomt met beeldzijde boven dan geldt art 58. De juiste open uitkomst is nu de uitkomst en de gespeelde kaart van partner (de open uitkomst voor de beurt) wordt een grote strafkaart.