Indien de eigen partij de slag heeft gemaakt, wordt de kaart met de smalle zijde richting partner neergelegd.
Indien de tegenstanders de slag hebben gemaakt, wordt de kaart met de smalle zijde in hun richting neergelegd.
Een speler mag erop wijzen dat een kaart in de verkeerde richting gelegd is, maar dit recht eindigt zodra zijn partij voorspeelt of speelt in de volgende slag. Als er later op gewezen wordt, kan artikel 16B van toepassing zijn.
Ordelijkheid
Elke speler legt iedere door hem gespeelde kaart in de gespeelde volgorde in een geordende rij neer, waarbij de kaarten elkaar gedeeltelijk bedekken. Dit dient zodanig te gebeuren dat na afloop van het spelen een reconstructie van het spelverloop mogelijk is, opdat zo nodig vastgesteld kan worden hoeveel slagen iedere partij gemaakt heeft of in welke volgorde de kaarten gespeeld zijn.
Overeenstemming over het eindresultaat
Een speler behoort de door hem gespeelde kaarten op de onder C vereiste wijze te laten liggen totdat men het eens is over het aantal gemaakte en niet-gemaakte slagen. Een speler die zich niet houdt aan het bepaalde in dit artikel, riskeert zijn rechten te verliezen inzake een bewering over al dan niet gemaakte slagen als daarover twijfel bestaat, of een bewering (of ontkenning) dat er verzaakt is.
.
Artikel 16B
B. Anderszins verkregen informatie van de zijde van de partner
Elke anderszins (anders dan bepaald in artikel 16A) verkregen informatie van de partner die een bieding of een speelwijze zou kunnen suggereren, is ongeoorloofd. Voorbeelden daarvan zijn opmerkingen, antwoorden op vragen, onverwachte alerts of het niet alerteren, een onmiskenbare aarzeling, ongewone snelheid, bijzondere nadruk, intonatie, gebaar, beweging of hebbelijkheid.
Een speler mag geen bieding of speelwijze kiezen die onloochenbaar gesuggereerd is boven een andere, als die andere bieding of speelwijze een logisch alternatief is.
Een logisch alternatief is een actie die een significant gedeelte van spelers van vergelijkbaar niveau als de betrokken speler, met dezelfde afspraken in het partnership, ernstig overweegt en die sommigen zouden kunnen verkiezen.
Als een speler van oordeel is dat een tegenstander dergelijke informatie heeft verschaft en hij de kans groot acht dat hij benadeeld kan worden, mag hij aankondigen, tenzij het Bondsbestuur (Noot: Het Bondsbestuur heeft dit niet verboden.) het verbiedt (wat kan betekenen dat de wedstrijdleider geroepen moet worden) dat hij zich het recht voorbehoudt de wedstrijdleider op een later tijdstip te ontbieden (de tegenstanders behoren de wedstrijdleider onmiddellijk te ontbieden als zij de eventuele overdracht van ongeoorloofde informatie bestrijden).
Wanneer een speler gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een tegenstander die een redelijk alternatief had, gekozen heeft voor een actie die mogelijkerwijs was gesuggereerd door dergelijke informatie, behoort hij de wedstrijdleider na het spel (Noot: Het is geen overtreding de wedstrijdleider vroeger of later te ontbieden.) te ontbieden. De wedstrijdleider moet een arbitrale score toekennen (zie artikel 12C1) als hij van oordeel is dat de overtreding resulteerde in een voordeel voor de overtreder.