ARTIKEL 68

Opeisen en afstaan van slagen


Home Artikelengroep 53--71

Opmerking 1 algemeen Artikel 68

Een uitlating of handeling wordt volgens de spelregels slechts als opeisen of afstaan van slagen beschouwd als ze betrekking heeft op slagen na de lopende slag. Als de uitlating of handeling alleen betrekking heeft op het wel of niet maken van de onvoltooide lopende slag, gaat het spelen normaal verder. Kaarten die door een tegenspeler getoond of genoemd zijn, worden geen strafkaarten maar de artikel 16 en artikel 57A kunnen van toepassing zijn.
  1. Omschrijving van opeisen van slagen (claim)
  2. Elke verklaring van de leider of een tegenspeler dat een partij een bepaald aantal slagen zal maken, geldt als opeisen van die slagen. Dit is ook het geval als een speler voorstelt het spelen te bekorten of als hij zijn kaarten laat zien (tenzij hij duidelijk niet van plan was slagen op te eisen, bijvoorbeeld als de leider zijn kaarten met de beeldzijde naar boven op tafel legt na een uitkomst voor de beurt, is niet dit artikel maar artikel 54 van toepassing).
  3. Omschrijving van afstaan van slagen
    1. Elke verklaring van de leider of een tegenspeler dat een partij een bepaald aantal slagen zal verliezen, geldt als het afstaan van die slagen; het opeisen van een bepaald aantal slagen impliceert het afstaan van de eventuele overige slagen. Een speler staat alle overige slagen af als hij zich gewonnen geeft.
    2. Als een tegenspeler een of meer slagen wil afstaan en zijn partner maakt daartegen onmiddellijk bezwaar, dan zijn, ongeacht B1 hierboven, geen slagen afgestaan of opgeéist. Er kan ongeoorloofde informatie zijn, dus behoort de wedstrijdleider onmiddellijk te worden ontboden. Het spelen gaat verder. Geen enkele kaart die door een tegenspeler in deze situatie getoond werd, is een strafkaart maar artikel 16C is van toepassing op de informatie die voortkomt uit het zichtbaar zijn van de kaart; deze informatie mag niet gebruikt worden door de partner van de tegenspeler die kaarten getoond heeft.
  4. Toelichting vereist
  5. Het opeisen behoort onmiddellijk vergezeld te gaan van een duidelijke toelichting aangaande de speelwijze of de verdediging waarmee de eiser meent de opgeéiste slagen te maken, met inbegrip van de volgorde waarin de kaarten gespeeld zullen worden. De speler die slagen opeist of afstaat, legt zijn hand open.
  6. Het spelen wordt gestaakt
    1. Als men instemt met het opeisen of afstaan, is artikel 69 van toepassing.
    2. Als dit door een speler, met inbegrip van de blinde, wordt betwist:
      1. mag de wedstrijdleider onmiddellijk ontboden worden en is artikel 70 van toepassing. Er mag geen enkele handeling plaatsvinden totdat de wedstrijdleider aanwezig is; of
      2. mag het spelen verdergaan op verzoek van de partij die geen slagen opeist of afstaat met inachtneming van het volgende:
        1. alle vier de spelers moeten akkoord gaan; zo niet, dan moet de wedstrijdleider ontboden worden, die dan handelt als bepaald in (a) hierboven,
        2. het eerdere opeisen of afstaan vervalt en het is niet onderhevig aan een arbitrage. De artikel 16 en artikel 50 zijn niet van toepassing en de vervolgens behaalde score blijft staan.

.